De nieuwe norm is voor een groot gedeelte gebaseerd op de oude norm uit 2011. In de nieuwe norm zijn echter wel een aantal zeer verstandige aanpassingen, beperkingen en uitbreidingen toegepast.
De belangrijkste veranderingen in de nieuwe norm
1 - Perforatieweerstand van de antipenetratie tussenzool
In de oude norm was de weerstand gemarkeerd met het symbool P en werd de test uitgevoerd met een spijkerdiameter van 4,5 mm. De test was gebaseerd op zowel stalen tussenzolen als tussenzolen van composiet of andere kunststoffen.
Voor de metalen antiperforatiezool verandert er niets, enkel de "dikke" spijker wordt gebruikt tijdens de test dus de letter blijft gewoon P.
Niet-metalen antiperforatiezolen kunnen met een dikke spijker of met een fijnere spijker getest worden.
PS - de spijkerdiameter bedraagt 3 mm (Small)
PL - de spijkerdiameter bedraagt 4,5 mm (Large)
2 - Slipweerstand
In de oude norm wordt de slipweerstand gemarkeerd met SRA, SRB of SRC. In de nieuwe norm wordt de klasse SRA niet langer met aparte lettersymbolen aangegeven omdat het nu een basisvereiste is voor alle klassen werkschoenen. De nieuwe test is gelijkwaardig aan de voormalige SRA-test die wordt uitgevoerd op een keramische tegel met een zeepoplossing als gladde stof.
Voorheen kon werkschoeisel ook getest worden conform de SRB klasse (test op een stalen ondergrond met glycerol als gladde vloeistof). Deze SRB klasse is komen te vervallen in de nieuwe norm.
De vroegere SRC markering (als een paar schoenen aan zowel de SRA en de SRB test voldeed) is ook komen te vervallen.
In de nieuwe norm kan het schoeisel gemarkeerd zijn met SR (Slip Resistant). Deze test wordt uitgevoerd op een keramische tegel met een zeepoplossing èn glycerol als gladde vloeistof. Schoeisel met de SR markering biedt een hogere frictie (hoeveelheid antislip) dan schoeisel zonder deze markering.
3 - Waterbestendig en waterdicht
In de oude norm werd schoeisel met een een waterbestendig bovenwerk gemarkeerd met WRU (Water Repellent Upper). De waterdichtheid van de volledige schoen werd gemarkeerd met WR (Water Resistant).
In de nieuwe norm is de WRU markering vervangen door WPA (Water Penetration/Absorption).
De WR markering blijft bestaan en kan zijn toegevoegd aan schoenen in de klasses SB, SBP, S1, S1P, S2, S2P en S3. In de nieuwe klasses S6 (S2 + waterdicht) en S7 (S3 + waterdicht) wordt de WR markering niet vermeld omdat deze kwalificatie een van de basisvereisten is van deze nieuwe klasses.
4 - Koolwaterstoffenbestendige zool (FO) niet langer een basisvereiste
Anders dan in de vorige versie van EN ISO 20345 is FO (Fuel Oil) geen basisvereiste meer voor veiligheidsschoenen. In de nieuwe norm wordt FO derhalve altijd apart aangegeven indien van toepassing.
5 - Slijtbestendigheid van de kruipneus
De aanwezigheid van een kruipneus (een beschermende laag die vanaf de zool doorloopt tot over de punt van de schoen, ook wel 'overneus' genoemd) is geen basisvereiste voor veiligheidsschoenen. Maar het is wel fijn om te weten dat als er een kruipneus aanwezig is, deze er daadwerkelijk voor zorgt dat de neuzen van je schoenen minder snel slijten. Schoenen met geteste kruipneuzen krijgen in de nieuwe norm het kenmerk SC (Scuff Cap).
6 - Laddergrip
Laddergrip bestond niet in oude norm. Het gaat niet om een verplichte basiseis, maar de eigenschap kan zijn toegevoegd aan veiligheidsschoenen.
Met laddergrip (LG) wordt aangeduid of een schoen veilig is om op en af ladders te gaan en/of erop te werken. De hak van de schoen verhindert dat je voet kan doorglijden op een trede.